Feedervissen


Feedervisser in volle actie, filmpje op youtube.

Feedervissen algemeen


Het feedervissen in al haar facetten is uit de moderne hengelsport gewoon niet meer weg te denken, vooral bij het wedstrijdvissen en de resultaten spreken voor zich. Het spreekt voor zich dat men voor deze techniek het juiste materiaal bij de hand moet hebben. Deze keuze wordt bepaald door het viswater, de weersomstandigheden, de visstand. Verder is het altijd een goede zaak om de dingen niet al te ingewikkeld te maken en een montage te gebruiken zonder al te veel toeters en bellen. Zorg er altijd voor dat alle elementen volledig op elkaar zijn afgestemd.

Feeder vissen doe je met een werphengel en een voerkorfje. Het voerkorfje bestaat uit metaal of kunststof waarmee je lokvoer direct bij je haakaas op de bodem kunt brengen. Het voerkorfje zit met een zijlijn vast aan de hoofdlijn. De korf is zo bevestigd dat die kan schuiven over de lijn, doch die kan ook vast zitten op de hoofdlijn. . Hoe zie je dat je beet hebt: Je ziet dat je beet hebt wanneer de top van de hengel beweegt. Deze top beweegt bij een beet omdat na de ingooi, de lijn strak gedraait wordt en de top staat zo ietsjes krom gespannen, als die gaat bewegen heb je beet en kan je de vis aanslaan.

Voerplek aanleggen

Hoe maken en onderhouden we een voerplek.
Een voerplek maken we met de feederhengel en de voerkorf waarmee je gaat vissen.
We doen dit door om de minuut een korfje met voer en aas op
de gewenste afstand te brengen, laten deze ± 40 seconden
liggen en geven een ruk aan de hengel.
Nu komt het voer dat nog niet uit de korf was, ook los.
We halen rustig in en herhalen dit een aantal keer.
Tijdens het vissen komt er steeds nieuw voer bij, want door telkens opnieuw in te gooien wordt de voerstek steeds
voorzien van vers aas en voer.

Belangrijk :
Let er vooral op dat, de korf zich volledig leegt op de visplaats, want
stelt u zich eens voor wat er gebeurt als het lokvoer in de korf
blijft plakken.
Telkens als we de korf binnenhalen volgt er dan in een rechte
lijn naar de kant toe een spoor van lokvoerdeeltjes.
Dit heeft hetzelfde effect als je met de vaste hengel een strook
van 10 meter met voerballen verkrijgt.
Zorg er dus altijd voor dat de korf zich zo snel mogelijk op de stek leegt.

Beetregistratie

Een beet kan zich op verschillende manieren voordoen:
Bijvoorbeeld in de vorm van een plotseling fel naar het water buigende top,
Of het rechtkomen van de gebogen feedertop.
Dit wordt veroorzaakt als de vis het aas pakt en naar naar de kant toezwemt
En het meest voorkomend in de vorm van een aantal elkaar snel opvolgende
schokkerige rukjes.
U kunt dan rustig aanslaan en de vis landen.
Sommigen onder ons maken gebruik van een targetbord, om de beet beter te registreren.
Dit bord zorgt ervoor dat je een rustige achtergrond heb en zo
de kleinste aanbeten zichtbaar worden.

Materiaal:

a. De feederhengel

a.2 Opstelling feederhengel


Hoe te vissen?
U heeft vast wel eens een feedervisser langs de waterkant gezien.
Dan is het u waarschijnlijk opgevallen dat de hengel bijna evenwijdig aan de oever lag op 2 steunen.
Een dergelijk opstelling, waarbij de hengeltop een hoek van 100 tot 120 graden met de uitgeworpen lijn maakt,
is een goeie opstelling voor een optimale beetregistratie. De voorkant van de hengel wordt op een speciale steun gelegd, met de top zo dicht mogelijk bij het water.
De wind mag geen vat krijgen op de lijn.
De handgreep van de hengel steund op een speciale steuntje.
Volgen de beten elkaar in rap tempo op, dan is het beter om de handgreep op uw bovenbeen te laten rusten.
Zo kunt u de hengel comfortabel vasthouden en razendsnel reageren op een beet door zijwaarts aan te slaan.

Feedersteun:
centrale opstelling

Feedersteun:
links/rechtse
opstelling

b. Korfjes

Voerkorven zijn in drie groepen in te delen, namelijk:
- open voerkorven: aan beide zijden open.
- gesloten voerkorven: aan beide zijden gesloten.
- half open korven: slechts aan één zijde open.
De voerkorf is vervaardigt uit een metaal of kunststof hulsvormig lichaam verzwaard met een strip lood.
Een belangrijk verschil tussen een open kunststof voerkorf en een metalen voorkorf is, dat de eerstgenoemde tijdens het binnendraaien gemakkelijker van de bodem loskomt, dan de fijnere/zwaardere metalen korf .
Op stilstaand water is het gewicht van de korf 15g - 40g, afhankelijk van de afstand dat je wil vissen.
In stromend water kan het gewicht van de korf oplopen tot 100gr en meer.



Open metalen
korfjes

Open plat
korfje
in kunststof

Half open
korfje

b.1 Montage van de voerkorfjes

Lijn en korfmontage's
Het succes van elke visserij valt of staat met een
goede aasaanbieding, en daarin is het feedervissen geen uitzondering. 
In principe zijn er twee montagesystemen, schuivend en vast.

Montage 1

Een speldwartel wordt op de hoofdlijn gezet.
Maak dan een grote chirurgenlus en nog een kleine lus in het onderste
eind van de grote lus.
De speldwartel moet zich in de grote lus bevinden.
Aan de speldwartel komt nu een voerkorf.
De dubbele lus doet diesnt als volgt.
1.
In de eerste plaats is het een zelfhaak systeem.
Wil de vis met het aas wegzwemmen dan haakt hij zichzelf
in de bek zodra de bovenste knoop in de grote lus bereikt wordt. ( dit systeem werkt alleen als de vissen goed doorbijten ).
2.
Ze verhinderd dat de voerkorf tijdens het werpen
te ver van het aas komt te liggen en zorgt er ook voor dat de korf bij het
bijvullen niet wegglijd.
3.
De korf drukt tijdens de worp de kleine lus in
een hoek van 90° naar buiten en voorkomt zo het in de war raken van de lijn.

      
      

figuur : Montage 1



Montage 2

met aangeknoopte zijlijn.


Montage 3

met enkele lus en zelfhaak systeem.
Door de speldwartel kan men vlug wisselen
van voerkorf.


      
      

figuur : Montage 2 boven
figuur : Montage 3 onder
    1 : Waterknooplus
              2 : Dubbele grimer knoop
  3 : Lusverbinding
4 : Uniknoop


Montage 4
Glijdende montage met speldwartel, ( zelfhaak systeem )
      
      

figuur : Montage 3


Montage 5

Een montage met zelfhaaksysteem en dubbele lus om het
doorschuiven van de korf te voorkomen.


Montage 6

Een montage met een elastiek tussenstuk, die te harde aanslagen
en zware worpen moet opvangen.
Het gedraaide deel kan vervangen worden door een gewone lus.

Montage 7 De powergum, die tussen de onderlijn en hoofdlijn zit,
werkt als buffer tijdens de worp en de dril.
De rek van de buffer zorgt er bovendien voor dat de onderlijn
niet breekt bij een harde aanbeet of plotselinge run van een
wegvluchtende vis.
Voor de onhandige, of gemakzuchtige vissers, zijn er ook min of meer
kant-en-klare systemen te koop.

Montage 8

Lichte montage met voorslag van circa een meter.
In de voorslag is een lus aangebracht waaraan de voerkorf is bevestigt.
De onderlijn is met een mini connectorwartel aan de voorslag bevestigt.
Dit kleine warteltje voorkomt het kinken van de onderlijn
tijdens het binnendraaien.
Aan de ongeveer een meter lange haaklijn van 14/00 monteren we de haak .

Montage 9

Montage voor gebruik met zwaardere feederhengel en zware voerkorven.
Hier is een voorslag gebruikt van 2 x de hengellengte om de enorme kracht op te vangen van een zwaardere voerkorf.
De korf wordt schuivend bevestigt in een lus.
De nylon onderlijn van 14/00 is met een mini connectorwartel aan
de onderlijn bevestigt waaraan de haak komt.



Montage 10

Balanselastiek montage.
Ontwikkeld voor een optimale beetregistratie in stromend water,
maar werkt ook in stilstaand water.
Hiervoor is gebruik gemaakt van een stuk topelastiek (groen) en
powergum (rood).
Het topelastiek wordt met een lus bevestigt aan de bovenste wartel
en aan de korf.
Tijdens de worp zal het gewicht van de korf met voer er voor zorgen
dat het elastiek wordt uitgerekt en de korf op het kraaltje komt te rusten.
De powergum loopt nog circa 10cm door naar de tonwartel.
Dit voorkomt het in de war raken van de lijn.
De totale lengte van de powergum tot hoofdlijn is circa 55 cm.
Het topelastiek is circa 17cm .
In de stroming rekt de elastiek uit en zal de feedertip circa 15cm
doen doorbuigen.
Hierdoor krijgt men bij een aanbeet een veel grotere uitslag dan
bij conventionele methodes.



Montage 11 De Methode feeder is eigenlijk een inline feeder die veel gebruikt
wordt bij het karpervissen, maar ook bij het vissen op grote brasem.
Het voer knijpt men op de feeder.
Er worden relatief korte onderlijnen gebruikt van 10 - 15 cm met
een zelfhaak systeem.